St. Vituskerk

Informatie over de St. Vituskerk

Over St. Vitus

 

Gelezen in de krant…….

In het Rijksmuseum in Amsterdam staat een beeld van nog geen 60 cm hoog van een naakte knaap in een ketel, handen gevouwen, hoofd deemoedig gebogen. Het ontroerende beeld is omstreeks 1500 in het Duitse Ulm vervaardigd.

Het is de in Zuid-Duitsland populaire martelaar Sint-Vitus.

Hij is patroon van Het Gooi, vandaar de Vituskerken in Naarden ( van de Mattheus Passie), Hilversum, Blaricum en Bussum.

In het Noorden is hij met kerken vertegenwoordigd in Winschoten, Doezum, Leeuwarden (die Vituskerk bestaat niet meer), Stiens, Finkum, Wetsens, Tytjerk, Wyns en Blauwhuis. Op 15 juni is het op de kalender zijn dag.

Vitus is dus een heilige van statuur, maar als zo vaak bij vroege martelaren staat er bar weinig van hem vast. Over zijn leven is weinig zeker.

Waarschijnlijk is wel dat hij kort na het jaar 300 Sicilië de marteldood stierf.

Rond dit onzekere gegeven is een mooi levensverhaal ontstaan, legendarisch of niet.

Vitus was de zoon van een senator op Sicilië en zou zich in zijn jeugd al tot het Christendom hebben bekeerd.

Straffen en zelfs martelingen van zijn heidense vader werden zijn deel.

Toen zijn genezende gaven in Rome bekend werden, riep keizer Diocletianus hem om zijn zoon, lijdend aan vallende ziekte, te bevrijden. Met een kort gebed genas hij de jongen.

Maar ondank was Vitus’ deel. Met Modestus en Crescentia ondergingen ze allerlei folteringen. Van de kokende olie leken ze overigens geen last te hebben. Een engel bevrijdde hen en leidde ze naar Zuid-Italië , waar ze een natuurlijke dood stierven.

Een happy end dat omwille van het drama dikwijls wordt weggelaten.

In de mooie neogotische Vituskerk van Blauwhuis vinden we twee verbeeldingen van de martelaar. Een beeld als triomfator van het christendom met Diocletianus verslagen aan zijn voeten en een schilderij met een andere versie: hierop zien we de nauwelijks geklede, suikerzoete knaap Vitus tussen huisleraar Modestus en kamermeisje Crescentia op een uitgedoofde brandstapel met de contouren van een engel op de achtergrond.

Het werk is linksonder gesigneerd: Otto de Boer pinxit 1837.

De Boer (1797 – 1856) was een van de belangrijkste schilders van kruiswegstaties, altaarstukken en andere vrome historiële verbeeldingen en moet dit schilderij al gemaakt hebben voor de oude kerk, want de huidige Vituskerk van P.J.H. Cuypers dateert uit 1868 – 1871.                                                                              

Peter Karstkarel                                                                                 

Lied van St. Vitus:
St. Vitus, jong vervolgd, veracht,
om zijn geloof dat hem bezielde.
Met geestdrift en genadekracht
die zwijgend voor zijn beulen knielde
en stand hield tegen overmacht
van zonde, afgunst, bitterheid; 
zijn beeld schenkt ons standvastigheid.
St. Vitus die eerbiedig, trouw
de vader liefhad die hem kwelde
en die hem smeekte om berouw,
hoe ook zijn valsheid hem ontstelde,
die hem blijmoedig dienen zou
na felle pijn en blinde nijd; 
Zijn beeld schenkt ons gehoorzaamheid.
St. Vitus blij en onversaagd,
die leeuwen door zijn liefde temde
en door het vuur vergeefs belaagd
gemarteld vast het kruis omklemde,
die Gods verheven teken draagt
van door gebed gewonnen strijd; 
zijn voorspraak schenkt ons zaligheid.


Tekst: Gabriël Smit / Muziek: J. Kaarsgaren pr. St. Vituslied

Restauraties St Vituskerk

De kerk dateert uit de 12e eeuw en was oorspronkelijk gewijd aan St. Vitus.

Van de oorspronkelijk romaanse kerk resteert alleen nog de toren met een gedeeltelijk behouden gereduceerd westwerk. Dit deel van de kerk is opgetrokken in tufsteen. In het eerste kwart van de 13e eeuw brak men de oostelijke muur van het tufstenen schip af en verlengde men de kerk met een bakstenen koor. In 1808 had een volgende ingrijpende verbouwing plaats. De noord- en zuidwand van het schip werden afgebroken en weer opgebouwd in baksteen, waarbij de nieuwe wanden voorzien werden van grote rondboogvensters. Ook het koor werd van dergelijke vensters voorzien. Tijdens een restauratie werden deze weer vervangen door gereconstrueerde romaanse vensters.

Restauraties:

1e kwart 13e eeuw: afbreken oostelijke muur tufstenen schip, verlengen kerk met bakstenen koor,

16e eeuw: tufstenen schip vervangen door baksteen.

1808: nogmaals vervangen van bakstenen schip. Gebouw herstellen en moderniseren.

1957: grote restauratie voltooid, ingebruikname zondag 14 april 1957.

De laatste restauratie dateert van 2010: dakpannen dichtgesmeerd, voegwerk schip, stucwerk weggehaald (achter) ,rest vernieuwd, banken opnieuw geschilderd, cv-verwarming aangebracht

Zie promotiefilm:

 

Het kerkorgel werd in 1866 gebouwd door Geert Pieters Dik (1799-1870) en is het enige orgel van zijn hand dat nog bestaat. Het heeft één klavier. Hij was een Nederlandse orgelmaker die in 1834 voor zichzelf begon. Hij was orgel-, piano- en meubelmaker gevestigd in de stad Groningen. 

Andere onderdelen in de kerk: herenbanken 18e eeuw, preekstoel van 1829. Kerkvloer met diverse zerken waaronder die van Harrit Bensema (1612) boer van de Bensemaheerd in het westen van Doezum,  Amse Eewes waarvan we niets weten(1628) en Johan Polman (1653) en Anna van Ewsum, een andere zerk is die van Weyt Sickema (grietman) en zijn vrouw Tjauck Iwema uit het oude Iwemagelacht uit Niebert. Niet in de kerk maar wel behorend bij de kerk: een sarcofaag.

Agenda

Geen evenementen

Dagelijkse bijbeltekst

  • Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar.’ Hij pakte een kind op en zette het in hun midden neer; hij sloeg zijn arm eromheen en zei tegen hen: ‘Wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt niet mij op, maar hem die mij gezonden heeft.’ -- Marcus 9:35-37