Liturgie
Papa, wil jij straks mijn huiswerk overhoren?’
‘Ik moet naar een vergadering.’
‘Waarvan?’
‘Van de liturgiecommissie.’
‘Wat is dat nou weer?’
Vader trekt zijn jas aan en pakt zijn rugzak. ‘Luister eens,’ zegt hij, ‘als je het persé
wilt weten, moet je het aan mama vragen, en anders zal ik het je morgen vertellen.
Ik moet nu echt weg.’
Marike pakt haar geschiedenismap en zoekt de les op die ze leren moet.
Over de Germanen met hun goden Wodan, Donar en Freya en over de heilige eiken waar die goden werden vereerd.
Na tien minuten is ze klaar.
‘Mam, wil je even kijken of ik het goed ken?’
Het zit met haar geschiedenis wel goed, op elke vraag die moeder stelt, weet ze het antwoord. Maar dan is haar moeder zelf aan de beurt: ‘Mam, wat is liturgie?’
‘Wat is liturgie?’ herhaalt moeder de vraag, heel nadenkend.
‘Liturgie is hoe de kerkdienst in elkaar zit,’ zegt ze dan en je kunt horen dat ze nog steeds nadenkt, ze praat niet zo snel als ze meestal doet.
‘Wat doen we in de kerk, in welke volgorde, waarom doen we het, dat heeft allemaal met liturgie te maken.
‘Dus dat de Germanen offers brachten bij hun heilige bomen, dat was ook liturgie?’
Marike moet eigenlijk een beetje lachen als ze dit zegt, want het klinkt gek, hun kerkdienst en de goden van die oude Germanen. Maar kennelijk is het toch niet zo raar, want moeder zegt: ‘Hoe die Germanen dat precies deden, zou ik echt niet weten, maar ze deden het vast met allerlei speciale gewoonten, gebaren, liederen en zo, ze deden het vast ook in een speciale volgorde.
Ja, dat zou je ook liturgie kunnen noemen.’
‘Wat een rare vergelijking,’ gaat moeder verder. ‘Maar je leert er wel iets van. Want wát je doet en hoe je dat doet, zegt heel veel over je geloof. Zij hadden hun heilige plaatsen, hun zelfbedachte goden en hun offers. Wij gaan naar de kerk en hebben de Bijbel, van God zelf gekregen. ’Maar hoe weet je nu hoe je liturgie moet doen?’ vraagt Marike.
‘Erover lezen, ’zegt moeder, ‘en vooral gewoon doen, want dan ervaar je vanzelf hoe iets is.’
Even houdt ze haar mond. Dan vraagt ze: ‘wat denk je, waarom heeft God de wereld gemaakt? Zodat de wereld Hem kan loven en dienen. Wij mensen dus ook. De hele week, maar speciaal op zondag. En hóe we dat doen, ’s zondags in de kerk, dát is liturgie.’
‘Maar,’ zegt Marike, want ze heeft nog geen antwoord op haar vraag gekregen, ‘hoe weet je nou hoe je dat moet doen?’
‘Sommige dingen leer je uit de Bijbel,’ zegt moeder, en nu geeft ze wel antwoord op Marike’s vraag. ‘En de kerk is er al weet ik hoe lang, al wel tweeduizend jaar. Wij hoeven alles niet opnieuw te bedenken. We kunnen heel veel leren van hoe ze het vroeger deden. En wat ik net zei, je moet het ervaren. Dus moet je het gewoon dóen, meemaken, kijken hoe iets is, hoe het in het echt voelt, hoe het werkt. Eigenlijk had ik me er nog nooit zo in verdiept, maar sinds papa in de liturgiecommissie zit, denk ik er veel meer over na.’
Dat is waar, ze praten er aan tafel regelmatig over. Over zingen, over muziek, over hoe een kerk er uitziet, over de volgorde waarin ze alles doen, over staan en zitten. Je krijgt daardoor steeds meer in de gaten wat er in een kerkdienst allemaal gebeurt.
Marike pakt haar les over de Germanen en stopt ‘m in haar geschiedenismap. De map steekt ze in haar schooltas, die kan ze morgen niet meer vergeten.
En ze denkt: als ik later groot ben, wil ik ook in een liturgiecommissie.
Ingezonden door Dieta Stokroos.